Eu regelgeving en drone
Verzekering van de drone
Als eigenaar van een drone ben je verantwoordelijk voor de (lichamelijke of materiële) schade die je toebrengt aan een ander. Dat kan gaan om grote bedragen , dus ga na of je hiervoor bent verzekerd. In veel gevallen maakt de Europese regelgeving voor drones geen onderscheid tussen recreatieve of beroepsmatig inzet. Maar wel ten aanzien van de verzekering. Als je beroepsmatig een drone gebruikt, moet deze zijn verzekerd (third party, WA verzekering) volgens de EU verordening 785-2004. Diezelfde eis geldt ook als je recreatief een drone gebruikt die zwaarder is dan 20kg.
Registratie
Een registratie is nodig om de eigenaar te achterhalen. Onder de Europese Regelgeving wordt er bij de registratie geen onderscheid gemaakt of de drone recreatief of beroepsmatig wordt ingezet.
De Nederlandse regelgeving maakte onderscheid in recreatief en beroepsmatig vliegen. Voor de recreatieve gebruiker (modelvliegtuigen) was geen registratie verplicht, voor de beroepsmatige gebruiker (luchtvaartuig) werd ieder toestel voorzien van PH-registratie geregistreerd in het Luchtvaartregister van ILT.
Registratie op de drone (OPEN en SPECIFIC).
Er is een registratie op de drone nodig voor
- een drone tot 250 gram met camera
- een drone zwaarder dan 250 gram
De eigenaar moet in dat geval het exploitantnummer aanbrengen op de drone.
De eigenaar krijgt een exploitantnummer nadat deze zich heeft geregistreerd. Dit nummer moet worden aangebracht op alle drones die een registratie vereisen. Alle drones van die eigenaar hebben dus hetzelfde exploitantnummer.
In Nederland wordt deze registratie verzorgd door de RDW.
Registratie op de drone (CERTIFIED).
Drones, onbemande luchtvaartuigen, in deze categorie worden gezien als regulier luchtvaartuig met registratie in het Luchtvaartregister (met een eigen PH-registratie) en moeten zijn gecertificeerd.
Het Luchtvaartregister valt onder ILT.
Technische eisen
Drone met CE-markering
Een leverancier die een drone in de EU verkoopt voor de categorie OPEN moet deze gaan voorzien van een CE-markering. Hiermee geeft de leverancier aan, aan welke eisen de drone minimaal voldoet. In de EU verordening 2019/945 staan per CE markering de eisen beschreven, Er geldt nu een overgangsperiode. Op basis van deze CE-markering krijgt de vlieger bepaalde operationele mogelijkheden.
Momenteel zijn er nog veel drones in gebruik zonder CE markering en worden er nog drones zonder CE-markering verkocht. Om deze reden mag in OPEN A1, A2 en A3 worden gevlogen met drones zonder CE markering maar gelden er wel extra beperkingen.
Drone voor SPECIFIC operatie
Een drone die wordt gebruikt in de categorie SPECIFIC moet voldoen aan eisen die afhankelijk zijn van het risico van die vlucht. De operator moet onderbouwen dat de drone aan deze eisen voldoet.
Er kan (t.z.t.) gebruik worden gemaakt van een drone met een CE-markering (C5 of C6) of de operator kan zelf onderbouwen dat de drone geschikt is voor het uitvoeren van de vlucht.
Bij de SORA staat in de OSO (Operational Safety Objectives) in hoofdlijnen aan welk veiligheidsniveau de drone, onderhoud en organisatie moet voldoen. Bij de hogere SAIL niveaus (V en VI) wordt uitgegaan van een (restricted) Type Certificate (volgens Part 21) De invulling de veiligheidsniveaus en technishe eisen aan de drones is nog volop in ontwikkeling.
Drone voor CERTIFIED operatie
Een drone die wordt gebruikt in de categorie CERTIFIED moet zijn gecertificeerd waarmee de luchtwaardigheid wordt aangegeven.